CAO Regeling vitaliteitspact

Nederlandse Universiteiten
1 april 2023 t/m 30 juni 2024

6.2 Regeling vitaliteitspact

Artikel 6.13 Opbouw van de regeling

  1. Vanaf vijf jaar voor het bereiken van de voor hem geldende AOW-gerechtigde leeftijd heeft de werknemer met een volledige arbeidsduur volgens de bepalingen van dit artikel recht om de werkweek te verkorten tot een werkweek van 4 dagen of van 3 dagen.
  2. Onverminderd het bepaalde in het vijfde lid van dit artikel kan de werknemer met een dienstverband van minder dan de volledige arbeidsduur naar evenredigheid deelnemen aan de regeling. Artikel 1.4 lid 5 van de cao-NU is hierbij van toepassing. 
  3. De werknemer kan de werkweek verkorten met 0,2 fte (4 dagen variant). Voorwaarden hierbij zijn:
    1. aan de werknemer wordt 0,2 fte buitengewoon verlof verleend met gedeeltelijke doorbetaling van het salaris;
    2. de werknemer heeft een werkweek van 4 dagen van 8 uren, waarbij 85% van het bruto salaris wordt uitbetaald. Met ingang van 1 augustus 2023 wordt bij een werknemer voor wie een lagere salarisschaal geldt dan schaal 8, 90% van het bruto salaris uitbetaald;
    3. de werknemer doet afstand van een gedeelte van de bovenwettelijke vakantie-uren zoals bedoeld in artikel 4.7 lid 1 en behoudt een aanspraak van 5 maal het resterend aantal arbeidsuren per week, vermeerderd met 1,6 vakantie-uren per week omdat de nieuwe werkweek 4 werkdagen van 8 uur omvat. Daarmee bedraagt de aanspraak op vakantie-uren totaal 228 vakantie-uren. Op dit vakantietegoed worden de conform artikel 4.7 lid 5 vastgestelde collectieve sluitingsdagen die samenvallen met het werkurenrooster in mindering gebracht.
  4. De werknemer kan de werkweek verkorten met 0,4 fte (3 dagen variant). Voorwaarden hierbij zijn:
    1. aan de werknemer wordt 0,4 fte buitengewoon verlof verleend met gedeeltelijke doorbetaling van het salaris;
    2. de werknemer heeft een werkweek van 3 dagen van 8 uren, waarbij 70% van het bruto salaris wordt uitbetaald. Met ingang van 1 augustus 2023 wordt bij een werknemer voor wie een lagere salarisschaal geldt dan schaal 8, 80% van het bruto salaris uitbetaald;
    3. de werknemer doet afstand van een gedeelte van de bovenwettelijke vakantie-uren zoals bedoeld in artikel 4.7 lid 1 en behoudt een aanspraak van 5 maal het resterend aantal arbeidsuren per week, vermeerderd met 1,2 vakantie-uren per week omdat de nieuwe werkweek 3 werkdagen van 8 uur omvat. Daarmee bedraagt de aanspraak op vakantie-uren totaal 171 vakantie-uren. Op dit vakantietegoed worden de conform artikel 4.7 lid 5 vastgestelde collectieve sluitingsdagen die samenvallen met het werkurenrooster in mindering gebracht.
  5. Bij deelname aan de 4 dagen variant met 0,2 fte verlof zoals bedoeld in het derde lid is het mogelijk na een deelname van een jaar over te stappen naar de 3 dagen variant met 0,4 fte verlof zoals bedoeld in het vierde lid. Omgekeerd overstappen is niet mogelijk. Om te voorkomen dat fiscaal sprake is van een Regeling voor Vervroegde Uittreding (RVU) dient er minimaal een omvang te resteren van 50% van het dienstverband op 58-jarige leeftijd en 50% van de omvang van het dienstverband in het kalenderjaar voorafgaand aan deelname. Deelname aan de regeling is niet mogelijk als de feitelijke werkweek korter dan 16 uur (arbeidsduur van 15,2 uur) wordt. In Bijlage F van de cao-NU wordt met inachtneming van deze eisen een schematisch overzicht gegeven van de verschillende mogelijkheden voor de nieuwe werkweek met de daarbij bijhorende opbouw van vakantie-uren.
  6. De grondslag voor pensioenopbouw blijft gehandhaafd op 100%. De werknemer draagt de gehele pensioenpremie werknemersdeel. 
    Alle aan salaris gerelateerde toelagen en uitkeringen zoals bedoeld in hoofdstuk drie van de cao, met uitzondering van artikel 3.18 van de cao, worden gebaseerd op 85% van het salaris bij de 4 dagen variant en 70% bij de 3 dagen variant. 
  7. Tenzij anders overeengekomen zijn uitsluitend de voor het tijdstip van deelname al bestaande en door de werkgever goedgekeurde neveninkomsten uit arbeid of bedrijf toegestaan.

Artikel 6.14 Invulling van de werkweek

  1. Tussen werkgever en werknemer worden tijdig afspraken gemaakt over een evenredige taakvermindering en overdracht van taken en wordt in overleg met de leidinggevende schriftelijk een werkurenrooster vastgelegd. Deze afspraken worden jaarlijks herbevestigd. Het doel van deze afspraken is dat de inzet van de deelnemende werknemer zich concentreert op de afgesproken taken.
  2. Zodra de regeling leidt tot een feitelijke beschikbaarheid van minder dan 3 dagen per week kan de werkgever, als het belang van de functievervulling daarmee wordt gediend, in overleg met de werknemer de compensatie in vrije tijd vastleggen op jaarbasis in plaats van op weekbasis.

Artikel 6.15 Voorwaarden voor deelname

  1. Deelname aan deze regeling is mogelijk tot het einde van het dienstverband, uiterlijk tot het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd.
  2. Deelname is mogelijk voor werknemers die voorafgaand aan deelname een aansluitend dienstverband van minimaal 10 jaar met de werkgever hebben. Een uitbreiding van de werktijd binnen een jaar voorafgaand aan deelname aan deze regeling wordt niet in aanmerking genomen bij de toepassing van artikel 6.13
  3. De aanvraag voor deelname dient uiterlijk drie maanden voorafgaand aan de gewenste ingangsdatum schriftelijk bij de werkgever te worden ingediend. De werkgever reageert binnen vier weken na ontvangst van de aanvraag op dit verzoek. 
  4. Deelname aan de regeling is uitsluitend mogelijk nadat een gespaard verlofsaldo zoals bedoeld in artikel 5.5 van de cao geheel is opgenomen en een eventueel verlof stuwmeer is teruggebracht tot maximaal een jaartegoed aan het aantal vakantie-uren waarop de werknemer op basis van het oorspronkelijke dienstverband jaarlijks recht heeft.
  5. De werkgever kan deelname weigeren in geval van zwaarwegende bedrijfsbelangen of onevenredige toename van de werkdruk voor de werknemer en/of zijn collega’s. 
    De werkgever kan deelname uitstellen tot uiterlijk de start van het eerstvolgende collegejaar ingeval van ernstige problemen in de bedrijfsvoering bij herbezetting van de vrijgekomen uren. 
  6. De werknemer die gedeeltelijk arbeidsongeschikt is, kan aan de regeling deelnemen voor zover dat mogelijk is binnen zijn re-integratieverplichtingen. Als een deelnemer volledig arbeidsongeschikt wordt, kan deelname op verzoek van de werknemer tussentijds worden beëindigd. Bij langdurige volledige arbeidsongeschiktheid eindigt deelname aan deze regeling na negen maanden arbeidsongeschiktheid en gaat de werknemer terug naar zijn arbeidsduur direct voorafgaand aan deelname van deze regeling.
  7. vervallen

Artikel 6.16 Hardheidsclausule

Indien deelname aan, of de toepassing van deze regeling tot onbillijke en/of onredelijk te achten gevolgen leidt voor de werknemer, treft de werkgever op verzoek van de werknemer een aangepaste regeling.