Preambule
Verbetering van sociale veiligheid en werkdruk
Cao-partijen willen verdere stappen zetten in de verbetering van sociale veiligheid en werkdruk omdat werknemers op universiteiten veilig en gezond moeten kunnen werken. Cao-partijen hechten belang aan aandacht voor de preventieve kant van sociale veiligheid. Voor het realiseren van een sociaal veilige werkomgeving is een cultuuromslag bij de universiteiten nodig. Dit vraagt van de universiteiten investeren in bewustwording en van iedereen die werkt of studeert reflectie op ieders eigen gedrag om te komen tot gedrag dat bijdraagt aan het realiseren van een sociaal veilige werkomgeving.
Ook een onafhankelijke, toegankelijke en transparante behandeling van klachten en meldingen is van belang. Cao-partijen willen hieraan bijdragen door af te spreken dat er per universiteit één centraal meldpunt voor meldingen met betrekking tot sociale veiligheid komt, van waaruit doorgeleiding naar de juiste hulp en/of afhandeling plaatsvindt.
Cao-partijen spreken in dat kader af dat er, in aansluiting op de reeds bestaande meldstructuur, een centraal meldpunt per universiteit komt voor alle klachten en meldingen rondom sociale veiligheid. Dit meldpunt krijgt een (informatie)loket/doorverwijsfunctie dat voldoet aan nader vast te stellen kwaliteitseisen, waaronder in ieder geval de aspecten veiligheid en vertrouwelijkheid. Zodat melders altijd op één plek terecht kunnen en vanuit daar naar de juiste hulp of afhandeling worden doorverwezen.
De werkgevers spannen zich tot het uiterste in om werknemers, in het bijzonder die met een tijdelijk contract, te beschermen wanneer zij een melding doen of een klacht indienen met betrekking tot sociale veiligheid of als getuige hierbij betrokken zijn. De werkgevers dragen er zorg voor dat werknemers die een melding doen of een klacht indienen hierdoor niet worden benadeeld, bijvoorbeeld in loopbaanperspectief. De werkgevers zullen hier de werknemers actief over informeren.
Partijen willen een volgende stap zetten in de aanpak van werkdruk door meer gestructureerd de oorzaken van werkdruk te verbinden met daarbij passende oplossingen op alle niveaus van de universiteiten, o.a. op basis van het rapport van de Arbeidsinspectie, de sectorrapportage werkdruk en de arbocatalogus. Ook benadrukken cao-partijen het belang van het opnemen van verlof in verband met recuperatie en werkdruk.
Meer vaste dienstverbanden
Cao-partijen hechten eraan dat werknemers aan universiteiten perspectief hebben om een carrière op te bouwen. Partijen zien echter dat het aantal docenten met een tijdelijk contract gegroeid is, waardoor dit perspectief niet altijd voldoende geboden kan worden. Daarom spreken cao-partijen af om het aantal docenten met een tijdelijk contract omlaag te brengen.
Volgens de laatst beschikbare WOPI-cijfers (2021) heeft 15,0% van het onderwijzend WP (HGL, UHD, UD, Docent 1 t/m 4) in de sector een docent-functie met een tijdelijk contract. Hierbij hanteren we als definitie dat werknemers met de functies HGL, UHD en UD allen als vast worden geteld, evenals de docenten met een vast contract en in fte wordt gerekend. Partijen spreken af dat de sector dit cijfer omlaag zal gaan brengen naar 13,5%, binnen een maximale termijn van 3 jaar. Dit kunnen vaste docentfuncties zijn, maar ook UD-functies worden. Individuele universiteiten hebben een inspanningsverplichting om hun aandeel in deze sectoropgave te leveren. De voortgang wordt jaarlijks bij de bekendmaking van de nieuwe WOPI-cijfers in het lokaal overleg besproken.
Dit vraagt een grote inspanning van de universiteiten. In de stap naar beter en aantrekkelijker werkgeverschap ten aanzien van tijdelijk personeel wordt van alle leidinggevenden gevraagd de benodigde inzet van medewerkers over een langere termijn strategischer te plannen en zal op sommige plekken in de sector mogelijk het onderwijsmodel moeten worden aangepast.
Erkennen en Waarderen (E&W)
Medewerkers van universiteiten realiseren wetenschappelijk onderwijs, onderzoek en impact ten einde nieuwe wetenschappelijke kennis te genereren en te delen. Dit onder meer ten behoeve van het vinden van antwoorden op maatschappelijke vraagstukken nu en in de toekomst. Maatschappelijke en wetenschappelijke uitdagingen vragen om meer samenwerking en om een multidisciplinaire en impactvolle, open manier van wetenschapsbeoefening, mede gebaseerd op Open Science. Een manier van erkennen en waarderen die past bij deze uitdagingen is noodzakelijk. Passende erkenning en waardering van medewerkers, en van hun prestaties, individueel en in teamverband, ondersteunt een inspirerend en gezond werkklimaat. Ruimte voor differentiatie in de loopbanen van wetenschappers is onontbeerlijk, zeker met betrekking tot de mogelijkheid van het aanbrengen van verschillende accenten in individuele loopbanen en loopbaanfases als het gaat om focus op wetenschappelijk onderwijs, onderzoek, impact, patiëntenzorg en leiderschap. Gecombineerd met meer aandacht voor teamwork en teamspirit is dat essentieel om in de toekomst onze kracht te behouden, ook vanuit internationaal perspectief bezien. Hiervoor is een wezenlijke (cultuur)verandering nodig in onderwijs en onderzoek en van samenwerking in brede zin.
Cao-partijen onderschrijven het belang van deze verandering die mede invulling krijgt op basis van het landelijke programma Erkennen en Waarderen. Het primaat van de ontwikkeling en de realisatie van de beoogde verandering ligt op instellingsniveau. Verkennen, experimenteren, inspireren, co-creëren, good practices delen en leren van 5 elkaar staan centraal in het gezamenlijke programma. Waar nodig zullen de ontwikkelde vernieuwingen verankerd worden in, en versterkt worden door, sectorale kaders. In dit stadium starten partijen, als onderdeel van het programma Erkennen en Waarderen, op sectoraal niveau met periodieke verkenning en bespreking van de ontwikkelingen. Dit opdat open ideeënuitwisseling en eventueel benodigde doorvertaling naar landelijke kaders, in goed onderling overleg en in samenhang met aanpalende (inter)sectorale ontwikkelingen, paritair voorbereid kan worden.