Strategisch onderzoek

Artikel

Het kabinet Rutte-III heeft besloten aan de hand van drie sectorplannen structureel €70 miljoen per jaar te investeren in de basis van het wetenschappelijk onderzoek. Door te investeren op basis van de sectorplannen, is het mogelijk om gericht onderzoekscapaciteit uit te breiden, (nieuw) onderzoekstalent aan te trekken en het aantal vaste aanstellingen te vergroten. Door deze aanpak kunnen bovendien overkoepelende doelen, zoals een toekomstbestendig onderwijsaanbod en het versterken van de strategische samenwerking tussen instellingen, bereikt worden.

Najaar 2018: opstellen sectorbeelden
Het opstellen van de sectorplannen is gebeurd in verschillende stappen. Allereerst zijn door twee kwartiermakers drie sectorbeelden opgesteld. Prof. dr. Bert Meijer maakte de beelden voor de sectoren bèta en techniek. Prof. dr. Mark Bovens maakte een sectorbeeld voor de sociale en geesteswetenschappen. Hierbij heeft nauwe afstemming plaatsgevonden met de betrokken decanen. In de sectorbeelden schetsen zij onder andere in welke onderzoeksgebieden geïnvesteerd moet worden en hoe binnen de sector effectiever samengewerkt kan worden. 

 

Van sectorbeelden naar faculteitsplannen
De minister van OCW heeft vervolgens een commissie Sectorplan Bèta en Techniek en een commissie Sectorplan SSH ingesteld voor de periode van 1 december 2018 tot en met 1 december 2025. De commissies adviseren de minister over de sectorbeelden, de universitaire profileringsplannen en de toekenning van de middelen. De commissie zal na 3 en na 6 jaar evaluaties uitvoeren van de gefinancierde activiteiten.

 

De kwartiermakers hebben hun sectorbeelden eind 2018 aan de minister van OCW aangeboden. De minister heeft de sectorbeelden goedgekeurd, waarna de sectorplancommissies aan het werk konden gaan. De betrokken faculteiten zijn uitgenodigd om, op basis van de sectorbeelden, begin 2019 faculteitsplannen in te dienen bij de commissies. Hierin geven zij aan hoe zij de beschikbare middelen gericht willen investeren, aansluitend bij de analyse uit het sectorbeeld. Op basis van deze plannen hebben de sectorplancommissies in de zomer van 2019 de minister geadviseerd over de toekenning van de sectorplanmiddelen aan de faculteiten. De minister heeft deze adviezen overgenomen en de middelen aan de universiteiten toegekend. 

 

Van de €70 miljoen die beschikbaar is voor de sectorplannen gaat €60 miljoen naar de domeinen Bèta en Techniek en €10 miljoen naar het domein sociale en geesteswetenschappen. Van de middelen wordt 20% via NWO in competitie uitgekeerd en gaat 80% direct naar de universiteiten. De NWO middelen zijn echter naar aanleiding van het rapport van de commissie van Rijn door OCW rechtstreeks toegevoegd aan de eerste geldstroom.

 

Op dit moment zijn de universiteiten bezig met de invulling van de toegekende vaste posities. In totaal gaat het om ongeveer 350 nieuwe vaste posities bij Bèta en Techniek en XX bij SSH.

 

De sectorbeelden Bèta en Techniek en het advies van de sectorplancommissie zijn hier te vinden. (https://www.sectorplan-betatechniek.nl/bestanden

Kader sectorbeelden en sectorplannen

OCW Kader sectorbeelden en sectorplannen.pdf

Factsheet

Topsectoren

Samenwerking tussen de universiteiten en het bedrijfsleven is cruciaal voor het innovatief vermogen van Nederland. Het zorgt voor de ontwikkeling van innovatieve producten, diensten en toepassingen.

De samenwerking tussen de Nederlandse universiteiten en het bedrijfsleven kent een lange, internationaal erkende, traditie. Sinds 2011 gebeurt dat in het kader van het Topsectorenbeleid. In dit beleid staat de samenwerking tussen kennisinstellingen, bedrijfsleven en de overheid centraal. Inmiddels heeft het beleid de contacten tussen de universiteiten en het bedrijfsleven de afgelopen jaren sterk verbeterd. 

Universiteiten zetten zich graag in voor deze nauwere samenwerking. Vele tientallen onderzoekers zijn betrokken bij het opstellen van gezamenlijke onderzoeksagenda’s binnen de samenwerking tussen de Topsectoren. Met het onderzoek dat in het kader van deze agenda’s wordt gedaan worden oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen gezocht en gevonden. Daarnaast zorgt het voor de versterking van het innovatievermogen en de Nederlandse economie. 

Eind 2019 zijn het Kennis- en Innovatieconvenant (KIC) voor 2020-2023 getekend. Hierin staat hoe bedrijfsleven, kennissector en overheid samenwerken op de gestelde prioriteiten. Uitgangspunt hierbij zijn maatschappelijke uitdagingen, sleuteltechnologieën en het economisch verdienvermogen. 

UNL: denk ook aan onderzoek buiten topsectoren
UNL vindt het topsectorenbeleid belangrijk en is daarom voor de continuering ervan. Daarbij steunen we het belang van maatschappelijke uitdagingen als drijvende kracht achter de topsectoren. Tegelijkertijd benadrukt de UNL dat er voldoende ruimte moet blijven voor fundamenteel onderzoek en voor onderzoek dat buiten de topsectoren valt.