Kennisveiligheid

Artikel

Internationale samenwerking is cruciaal voor universiteiten. De Nederlandse universiteiten werken samen met onderzoekers van over de hele wereld om toonaangevend wetenschappelijk onderzoek te kunnen doen. Tegelijkertijd zijn universiteiten zich bewust van de kwetsbaarheid van wetenschappelijke kennis. Om de academische vrijheid en open wetenschap te beschermen moeten universiteiten ook de risico’s van internationale samenwerkingen nauwkeurig inschatten en zoveel mogelijk inperken. Alle universiteiten nemen hierin hun verantwoordelijkheid. Universiteiten nemen maatregelen om te voorkomen dat sensitieve kennis en technologie ongewenst weglekken, onze wetenschappers heimelijk worden beïnvloed door vijandige mogendheden, of dat universiteiten voor ethische dilemma’s komen te staan in internationale samenwerkingen. Hierbij mag de openheid en toegankelijkheid van het onderwijs en onderzoek niet aangetast worden.

In de afgelopen jaren hebben de universiteiten een staande praktijk van screening en risico-afweging ontwikkeld. Daarbovenop heeft de sector op eigen initiatief in 2021 het ‘Kader Kennisveiligheid Universiteiten’ samengesteld. Met dit kader kunnen wetenschappers en universiteiten beter dan voorheen de afweging maken tussen enerzijds openheid van wetenschap en anderzijds het voorkomen van ongewenste kennisoverdracht. Ook geeft het Kader Kennisveiligheid praktische richtlijnen voor het vormgeven van besluitvormingsprocessen binnen de universiteit en de inrichting van een adviesteam kennisveiligheid. In 2022 heeft het Ministerie van OCW eveneens een Nationale Leidraad Kennisveiligheid voor de hele kennissector gepubliceerd, mede opgesteld door KNAW, VH, NFU, TO2, NWO en UNL. Op verzoek van de Tweede Kamer heeft het Ministerie van OCW in 2023 een nulmeting laten uitvoeren om te bezien waar universiteiten staan met hun kennisveiligheidsbeleid en in hoeverre de Nationale Leidraad is geïmplementeerd. Het resulterende rapport ‘Sectorbeeld kennisveiligheid universiteiten’ demonstreert de grote stappen die universiteiten hebben gezet.  

 

“Vanaf 2022 is het kennisveiligheidsbeleid bij alle universiteiten in een stroomversnelling geraakt” – Sectorbeeld kennisveiligheid universiteiten, 2023 

 

Uit het sectorbeeld blijkt onder meer dat alle universiteiten een risicoanalyse hebben uitgevoerd. Zij hebben mogelijke kwetsbaarheden in kaart gebracht door te kijken naar sensitieve onderzoeksgebieden, financieringsbronnen en het profiel en land van herkomst van samenwerkingspartners. De risicoanalyse heeft geleid tot nieuwe inzichten: het bewustzijn rondom kennisveiligheid is toegenomen en zeven universiteiten hebben naar aanleiding van de risicoanalyse nieuwe maatregelen genomen, zoals meer begeleiding van onderzoekers in kwetsbare posities of het toetsen van doorlopende partnerschappen. Daarnaast organiseren universiteiten bewustwordingscampagnes om kennisveiligheid goed mee te nemen in werving- en selectieprocedures. Het sectorbeeld toont hiernaast aan dat, conform het UNL Kader Kennisveiligheid Universiteiten, bijna overal een Adviesteam Kennisveiligheid is ingesteld om wetenschappers intern te ondersteunen en kennisveiligheidsbeleid vorm te geven. Ten tijde van het sectorbeeld was het adviesteam bij twee van de veertien universiteiten nog in oprichting.  

 

Universiteiten blijven actief gezamenlijk optrekken kennisveiligheidsbeleid verder te ontwikkelen. In 2024 hebben universiteiten een aanbeveling van de AWTI uit het rapport ‘Kennis in conflict’ (2022) zelf opgepakt en met hulp van adviesbureau Dialogic een volwassenheidsmodel ontwikkeld. Het doel van het model is om een betere inschatting te kunnen maken van het volwassenheidsniveau van het eigen beleid, de ambities voor het beleid formuleren, en een strategie opstellen om het gewenste niveau te bereiken. Dit model geeft universiteiten meteen concrete handvatten voor rapportage en biedt de mogelijkheid om het beleid als universiteiten onderling te vergelijken. Uiteraard is niet elk onderdeel van kennisveiligheidsbeleid in dezelfde mate toepasbaar op iedere universiteit, faculteit of onderzoeksgroep. Onderzoekers die bijvoorbeeld werken aan technologieën met zowel burgerlijke als militaire toepassingen (‘dual use’) krijgen al snel te maken met exportcontrole, terwijl onderzoekers afkomstig uit risicolanden meer op hun hoede moeten zijn voor heimelijke beïnvloeding vanuit het land van herkomst. Het is niet nodig voor iedere universiteit om op ieder onderdeel het hoogste niveau te behalen.  

 

Nederlandse universiteiten zijn verder internationaal actief om te zorgen dat kennisveiligheidsbeleid ook is afgestemd met belangrijke samenwerkingspartners. Kennisveiligheidsexperts van Nederlandse universiteiten onderhouden een breed internationaal netwerk en worden met regelmaat gevraagd om het Nederlandse kennisveiligheidsbeleid toe te lichten in bevriende (buur)landen. Het UNL-bureau stemt bilateraal en in Europees verband af met universitaire koepels en kennispartners in o.a. het Verenigd Koninkrijk, België, Duitsland, Noorwegen, Zweden, en Denemarken. Individuele universiteiten brengen kennisveiligheid onder de aandacht in eigen internationale netwerken, zoals CESAER, YERUN, of LERU

 

Aanvullend op onze eigen inzet zijn we ook scherp op de verdeling van verantwoordelijkheden tussen universiteiten en de rijksoverheid. Coördinatie van nationale veiligheid is geen taak voor de universiteiten. Universiteiten vragen de overheid om heldere kaders en informatie, en om Europese en internationale afspraken te maken zodat Nederland zich niet afsluit van het internationale speelveld. Dit laat onverlet dat universiteiten dit onderwerp uitermate serieus nemen en er hard aan werken, met elkaar en met de relevante onderdelen van de Rijksoverheid, verenigd in het Loket Kennisveiligheid.  

Volwassenheidsmodel Kennisveiligheid UNL