Internationalisering blijft essentieel voor kwaliteit onderwijs

Artikel

Internationalisering is essentieel voor de hoge kwaliteit van onderwijs en onderzoek van de Nederlandse universiteiten. Knelpunten als onvoldoende beschikbare huisvesting, Nederlandse taalvaardigheid die beter kan en gebrek aan instrumenten om te sturen op de instroom kunnen en willen we aanpakken.

  • Het internationale karakter van het hoger onderwijs is van groot belang voor de gehele samenleving. Het draagt bij aan een stimulerend studieklimaat, een goede aansluiting op internationale wetenschappelijke ontwikkelingen en aan het opleiden van talent.
  • De universiteiten zien ook dat de gegroeide instroom van internationale studenten bij een aantal universiteiten en universiteitssteden leidt tot knelpunten.
  • De universiteiten hebben al allerlei acties in gang gezet om deze knelpunten op te lossen en hebben een aantal voorstellen om nog meer te doen.
  • Het is essentieel dat de overheid deze voorstellen faciliteert, en dat zij tevens het internationale karakter van de universiteiten blijft ondersteunen.
  • De universiteiten maken zich grote zorgen over het Wetsvoorstel internationalisering in balans vanwege de inperking van de autonomie en de onuitvoerbaarheid.

Zonder internationalisering geen topuniversiteiten

Het internationale karakter van het hoger onderwijs is van groot belang voor de gehele samenleving. Het draagt bij aan een stimulerend studieklimaat, een goede aansluiting op internationale wetenschappelijke ontwikkelingen en aan het opleiden van (voldoende) talent voor de arbeidsmarkt. Nederlandse en internationale studenten leren veel van elkaar en hebben er baat bij dat universiteiten wetenschappelijk talent van over de hele wereld aantrekken. Daarom verwelkomen Nederlandse universiteiten internationale studenten en wetenschappers, en bieden zij naast Nederlandstalig ook Engelstalig onderwijs aan (zie hier het overzicht van de voertaal van opleidingen). Deze ontwikkeling valt samen met het overheidsbeleid rond internationalisering in het hoger onderwijs, zoals bijvoorbeeld verwoord in de Bolognaverklaring. Dit zien we ook terug in de afspraken in Europees verband. Ten slotte, Nederland is een klein land. Veel van onze bedrijven werken internationaal. Veel van onze hoger opgeleiden moeten zich regelmatig van het Engels bedienen en in een internationale context opereren. De universiteiten vrezen dat een forse en generieke inperking op internationale instroom via voertaal van opleidingen zal leiden tot lagere kwaliteit van onderwijs en onderzoek, een slechtere internationale positie van de Nederlandse wetenschap en grotere arbeidsmarkttekorten. 

Universiteiten en overheid moeten knelpunten in samenwerking oplossen

De universiteiten zien ook dat de gegroeide instroom van internationale studenten bij een aantal universiteiten en universiteitssteden leidt tot knelpunten. Opleidingen groeien soms onstuimig, de woningmarkt stelt internationale studenten voor een ernstige opgave, het draagvlak voor anderstalig onderwijs staat onder druk. Deze vraagstukken verdienen aandacht en herbezinning. Zo willen de universiteiten herbevestigen dat zij een grote verantwoordelijkheid voelen voor het actieve onderhoud van het Nederlands als academische taal. Juist vanwege het grote belang van een kwalitatief hoogwaardige en internationaal georiënteerde universitaire sector is het oplossen van de genoemde knelpunten essentieel. 

De universiteiten willen gezamenlijke verantwoordelijkheid nemen voor het in goede banen leiden van de internationale instroom, opdat de kwaliteit en toegankelijkheid van het Nederlands hoger onderwijs – nadrukkelijk ook voor alle Nederlandse studenten - wordt geborgd. Daarnaast is er sprake van urgente vraagstukken op het gebied van taalbeleid, huisvesting, en inclusiviteit. De universiteiten vinden het van groot belang om hier oplossingen voor te vinden en houden hierbij ook nadrukkelijk de bredere maatschappelijke belangen in het oog. De universiteiten hebben daarom sinds 2018, zoals verwoord in de Internationaliseringagenda Hoger Onderwijs van (de toenmalige) VSNU en VH, onder andere al ingezet op: onderlinge landelijke afstemming voor het behoud van Nederlandstalig aanbod; trainen van docenten op het gebied van taalvaardigheid (Engels op C1-niveau), interculturele vaardigheden, didactiek en het omgaan met een diverse studentengroep; het versterken van de taalvaardigheid in Nederlands en Engels van Nederlandse en internationale studenten; en op wettelijke instrumenten om de instroom beter te beheersen.

De universiteiten hebben aanvullende voorstellen gedaan:

A. De sector voert regie op instroom en taal en borgt de toegankelijkheid van het onderwijs
B. Een nieuwe norm: internationale studenten leren ook Nederlands
C. Ook Nederlandse studenten blijven hun Nederlandse taalvaardigheid verbeteren
D. Verbeteren blijfkans i.s.m. hogescholen, gemeenten en provincies

Wetsvoorstel internationalisering in balans

In de zomer van 2023 lag het Wetsvoorstel internationalisering in balans voor in internetconsultatie. De universiteiten zijn tevreden met de sturingsinstrumenten die in de wet zijn opgenomen, maar zijn zeer bevreesd voor de onuitvoerbaarheid van een aantal voorstellen in het wetsvoorstel. Het gaat hierbij om veel te krap gestelde termijnen, maar bijvoorbeeld ook de onmogelijkheid van het grootschalig werven van docenten Nederlands in tijden van een lerarentekort. Daarnaast zijn er ook grote zorgen over de voorgestelde vergaande ingrepen in de autonomie van de universiteiten. Die autonomie is essentieel voor het leveren van de hoogste kwaliteit van onderwijs en onderzoek en komt onder druk als de voorstellen over taal doorgang vinden. De volledige reactie van UNL is hieronder te downloaden. 

Wetsvoorstel Internationalisering in Balans

Input UNL consultatie Wetsvoorstel Internationalisering in Balans

Publicatie