Erasmus+programma's

Artikel

Erasmus+ is een programma van de Europese Unie voor onderwijs, training, jeugd en sport. Sinds de lancering in 1987 lopen er steeds nieuwe programma’s onder deze noemer. Het huidige Erasmus+-programma loopt van 2021 tot 2027 en heeft een budget van ongeveer 26 miljard euro. Met het oog op een vervolg na 2027 worden het huidige en vorige programma geëvalueerd en doorontwikkeld. Erasmus+ is bedoeld om meer mogelijkheden te creëren voor internationale mobiliteit en samenwerking in de EU. Zowel studenten als docenten en andere jonge professionals kunnen deelnemen aan het programma. Universiteiten van Nederland (UNL) vertegenwoordigt de belangen van de Nederlandse universiteiten bij de invoering en de beleidsontwikkeling voor tussentijdse bijstellingen van het programma. Ook zorgt UNL dat het Nederlandse kennisveld zich kan voorbereiden op nieuwe mogelijkheden die dit programma biedt.

Contact

Een deel van de uitvoering en het beheer van het Erasmus+-programma wordt toevertrouwd aan de zogenaamde Nationale Agentschappen. Deze organisaties verstrekken informatie over Erasmus+ aan potentiële deelnemers, selecteren projecten, monitoren en evalueren het programma, en bieden ondersteuning aan aanvragers en deelnemers.

In Nederland zijn deze taken verdeeld over drie Nationale Agentschappen: Erasmus+ Onderwijs & Training, Erasmus+ Jeugd en Erasmus+ Sport. Het eerste agentschap, dat zich richt op alle onderwijssectoren, is ondergebracht bij Nuffic, terwijl de andere twee vallen onder het Nederlands Jeugd Instituut. Deze laatste zijn gericht op jeugd- en jongerenwerk en mobiliteitsprojecten in de breedtesport. De agentschappen zijn ook betrokken bij de doorontwikkeling en evaluatie van het Erasmus+-programma. Hier draagt UNL namens de universiteiten aan bij via Neth-ER, de vertegenwoordiger van het Nederlands kennis- en onderwijsveld in Brussel. Op de website van Neth-ER is de laatste stand van zaken omtrent het Erasmus+ programma te vinden.

Voor de universiteiten is het zaak om de basis op orde te hebben om mobiliteit beter mogelijk te maken. Denk hierbij aan het belang van vergelijkbaarheid van opleidingen en vakken door overal het Europees Studiepuntensysteem (ECTS) door te voeren. Ook is het belangrijk dat de administratieve druk voor universiteiten laag blijft, zodat er zo veel mogelijk studenten gefaciliteerd kunnen worden om op uitwisseling te gaan.  

Er zijn verschillende centrale acties (projecten) waarvoor subsidieaanvragen worden ingediend via het Uitvoerend Agentschap Onderwijs audiovisuele media en cultuur (EACEA) in Brussel. Voor deze projecten verloopt de aanvraag dus niet via het Nationale Agentschap. Echter, de acties die vallen onder mobiliteit of partnerschappen gaan wel via het Nationale Agentschap Erasmus+. Het aanvragen van subsidie voor Erasmus+ verloopt via de hogeronderwijsinstelling. Jaarlijks kunnen er reacties worden ingediend voor de verschillende oproepen (Calls) van dat jaar. Deze oproepen beschrijven ook eventuele specifieke aandachtspunten voor dat jaar. Voor de verschillende acties en subsidies kunnen geïnteresseerden op subsidiewijzer.erasmusplus.nl een test doen om te ontdekken welke actie past bij hun ideeën. Alle oproepen worden beschreven op de website erasmusplus.nl

Als student meedoen aan Erasmus+ 

Een van de bekendste en populairste aspecten van Erasmus+ is de mogelijkheid voor studenten om een deel van hun studie in het buitenland te volgen. Dit wordt onder andere mogelijk gemaakt door het beschikbaar stellen van beurzen voor deze studenten. Dit draagt bij aan de toegankelijkheid van een internationale ervaring tijdens je studie. Er bestaat ook extra financiering (top-up) voor studenten met een extra ondersteuningsvraag, zoals een fysieke beperking. Door dit programmaonderdeel vindt er veel uitwisseling van studenten plaats tussen de lidstaten van de EU.  

Universiteiten faciliteren de deelname en aanmelding van studenten voor mobiliteit via Erasmus+. Vaak benutten studenten hun minorruimte voor uitwisselingen met andere universiteiten. Er worden voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd voor studenten, waarna ze hun voorkeuren kunnen doorgeven. Vervolgens plaatst de instelling de studenten bij een buitenlandse instelling. 

Naast kansen voor studenten om te studeren in het buitenland, zijn er ook mogelijkheden om een internationale stage te doen. Onder de noemer mobiliteit zijn er ook kansen voor onderwijsprofessionals binnen Erasmus+. Zo zijn er onder andere mogelijkheden om les te geven in het buitenland, of om mee te lopen met een collega, zie bijvoorbeeld hier.  

European Universities Initiative 

Een voor universiteiten belangrijk initiatief dat onder Erasmus+ valt, is het European Universities Initiative (EUI). Dit is een van de centrale acties binnen het Erasmus+-programma. Het initiatief is bedoeld om barrières tussen landen, en universiteiten, nog verder te slechten. Het brengt Europese universiteiten samen in strategische allianties, waarbinnen meer vrijheid is voor studenten, docenten en onderzoekers om zich te bewegen tussen de instellingen. Het doel is om een Europees onderwijs- en onderzoekslandschap te creëren. De meeste Nederlandse universiteiten zijn aangesloten bij zo’n alliantie.

Universiteit European Universities Alliantie 
Erasmus Universiteit Rotterdam UNIC European University 
Tilburg University ENGAGE.EU 
Rijksuniversiteit Groningen ENLIGHT 
Vrije Universiteit Amsterdam Aurora Alliance  
Universiteit Leiden EUniWell 
Technische Universiteit Eindhoven  EuroTech Universities Alliance  
Radboud Universiteit NeurotechEU  
Universiteit van Amsterdam EPICUR European University 
Universiteit Utrecht CHARM-EU 
Universiteit Twente ECIU University 
Maastricht University YUFE