Zorg voor zingeving thuis
Omdat kwetsbare en ernstig zieke mensen steeds vaker langer thuis blijven wonen, neemt de vraag naar geestelijke verzorging in de thuissituatie toe. Onder penvoerderschap van de Universiteit voor Humanistiek loopt een landelijk project waarin kennis wordt ontwikkeld over zorg voor zingeving thuis, samen met allerlei maatschappelijke partners. ‘Zingeving is bijvoorbeeld in veel huisartsenpraktijken een onderbelicht terrein’, aldus hoogleraar Geestelijke Verzorging en projectleider Gaby Jacobs van de Universiteit voor Humanistiek.
De Kenniswerkplaats Zorg voor Zingeving is uitgegroeid tot een uitgebreid landelijk netwerk van onderzoekers, opleiders en zorgprofessionals uit verschillende branches, zoals maatschappelijk werk, jeugdzorg, fysiotherapie, ergotherapie, huisartsenpraktijken, verzorgenden en verplegenden, en vrijwilligers. Zij leren van elkaars praktijken, brengen de zorg verder en ontwikkelen onderwijs voor aanstaande professionals. Jacobs: ‘De Kenniswerkplaats brengt kennis en praktijken samen. Het mooie is dat dit tegelijk ook gaat om maatschappelijke vragen. Hoe gaan we om met eenzaamheid, hoe kunnen we goed samenleven, of hoe zorgen we ervoor dat er niemand buiten de boot valt? We hebben al belangrijke inzichten opgedaan.’
Geestelijk verzorgers zijn beter in doorvragen, maar praktijkondersteuners zijn doortastender. Door elkaar op te zoeken, kunnen we onze cliënten nog beter helpen.
Gaby Jacobs vervolgt: ‘Zo weten we dat levensvragen vaker een rol spelen dan professionals door hebben. Om een voorbeeld te geven: Iemand met een burn-out of een depressie herkent zich niet altijd in die diagnose en kan ook worstelen met vragen als: ‘Wat beteken ik nog voor anderen?’ of ‘Hoe ga ik om met verlies en rouw?’ Die vragen komen meestal pas boven als professionals voldoende tijd kunnen nemen om te luisteren en ook woorden kunnen geven aan wat iemand ervaart. De meeste professionals vinden dat aandacht voor zingeving tot hun taakgebied behoort, maar ze hebben nog moeite om dit te vertalen naar hun handelen omdat ze daartoe nog onvoldoende zijn toegerust. Ook blijkt geestelijke verzorging vaak nog onbekend of onjuiste associaties op te roepen (de pastoor of dominee) en is onbekend wanneer en hoe mensen een beroep kunnen doen op geestelijke verzorging.’
Eén voorbeeld is ‘Samenzin’, de samenwerking van geestelijk verzorgers en praktijkondersteuners ggz in huisartsenpraktijken in de regio Utrecht. Ilse Frank is geestelijk verzorger bij WoonZorgcentra Haaglanden en coördinator bij het Centrum voor Levensvragen Zuidoost-Utrecht. ‘Wij bouwen een netwerk op met praktijkondersteuners ggz van huisartsenpraktijken. Geestelijk verzorgers zijn beter in doorvragen, maar praktijkondersteuners zijn doortastender. Door elkaar op te zoeken, kunnen we onze cliënten nog beter helpen.’