Rechtsherstel na mensenrechtenschendingen
Genocide in Bosnië, koloniaal geweld in Indonesië, de Toeslagenaffaire in Nederland. Drie zeer uiteenlopende voorbeelden van mensenrechtenschendingen die veel sporen hebben nagelaten. Hoe zorgen we voor erkenning en herstel voor getroffenen en overlevenden van structureel geweld, hun families en gemeenschappen? Wanneer voelen mensen zich gezien, gehoord en erkend? Hoogleraar Historical Memory and Transformative Justice Nicole Immler van de Universiteit voor Humanistiek doet samen met haar onderzoeksgroep Dialogics of Justice onderzoek naar praktijken van herstel na schendingen van mensenrechten en ander structureel geweld.
Dialologics of Justice is een brede en internationale onderzoeksgroep bestaande uit Naomi Ormskerk, Obiozo Ukpabi, Niké Wentholt, Siri Driessen en Carla Boulos. Samen onderzoeken zij wat er nodig is om te komen tot daadwerkelijke erkenning van leed, zodat herstel van relaties plaats kunnen vinden. De groep kijkt nadrukkelijk breder dan alleen de verschillende rechtszaken op zich. Hierbij nemen de onderzoekers de dialoog onder de loep tussen eisers en de aangeklaagde instellingen, zoals de staat, het leger, de kerk en de multinational. Dat is nodig om beter zicht te krijgen op de vraag hoe erkenning eigenlijk werkt en waarom veel slachtoffers zich nog miskend voelen - ondanks de erkenning die zij hebben gekregen. Voelen mensen zich in hun behoeftes gehoord? En zo niet, waar zijn zij naar op zoek? Immler: “Onze kijk op erkenning is vaak te smal, te individualistisch. Het zou het herstelproces helpen als we nadenken over bredere vormen van erkenning.”
Om historisch onrecht te herstellen, is het nodig om onze blik te verruimen
Bij structureel onrecht gaat het namelijk niet alleen om een verstoorde relatie tussen een getroffene en een instelling, bedrijf of organisatie, het gaat ook om een beschadigde relatie tussen getroffenen en de samenleving. Maatschappelijk herstel vraagt een bredere blik en aanpak. Immler: “Erkenning gaat over het herstel van sociale relaties. Daarom is belangrijk om niet alleen te kijken naar de slachtoffers zelf, maar ook naar hun families en sociale omgeving, de aangeklaagde instituties zelf, het hele sociale web aan relaties. Zowel in het verleden als in het heden. Als je het potentieel van herstelmaatregelen wilt vergroten, is het nodig om je blik te verruimen. Wij zijn op zoek naar meer begrip. Hoe kun je bewerkstelligen dat beide partijen elkaar daadwerkelijk tegemoet komen en zich niet ingraven in hun standpunten? Hoe kun je er voor zorgen dat er ruimte komt voor meer stemmen in het verhaal? Het gaat over meer dan alleen slachtoffers tegenover daders. Het gaat bijvoorbeeld ook over het functioneren van onze instituties. Ik zou wensen dat in het debat zichtbaarder wordt dat erkenning van structureel geweld en herstel van relaties in het belang zijn van de hele samenleving.”
De voorbeelden zijn legio: de onderzoekers bestuderen het falen in het voorkomen van genocide in Bosnië, misbruikzaken in katholieke instituties, mensenrechtenschendingen door Shell in Nigeria, en koloniaal geweld aangedaan in het verleden. Recentelijk zijn ze ook betrokken als adviseurs bij de toeslagenaffaire in Nederland – ze schreven een discussienota voor het ministerie van Financiën -, ze werkten mee aan een rapport van de Ombudsman over het bieden van herstel, werden geïnterviewd in het tijdschrift voor conflicthantering, en keken naar de maatschappelijke gevolgen van de gaswinning in Groningen.
Lees hier meer over het werk van dialogisc of justice: https://dialogicsofjustice.org/publications/