De banaan is op sterven na dood
Jonagold, Golden Delicious, Royal Gala, Granny Smith en Pink Lady, zo maar een paar appelsoorten waaruit je elke dag weer een keuze kan maken. Maar ga je voor een banaan, dan ben je snel klaar. Ruim 400 miljoen mensen zijn afhankelijk van één bananenras, de Cavendish. En dat ras is op sterven na dood. In Wageningen werkt onderzoeker Gert Kema aan oplossingen om de banaan beschikbaar te houden voor toekomstige generaties: “Ik zie het als mijn missie om de banaan te redden.”
In het laboratorium in Wageningen begon het allemaal rond het honderdjarige bestaan van de Universiteit. Kema bedacht een alternatieve manier om bananen te kweken, op kokosvezels en steenwol in plaats van gewoon in de aarde. Daarmee zou je de schimmels die de schaarse bananenrassen bedreigen kunnen indammen. En dat lukte. De Neder Banaan(externe link, opent in nieuw venster) was geboren.
“Ik zie het als mijn missie om de banaan te redden.”
Deze nieuwe banaan kweekt de universiteit sinds 2018 samen met Neder Groep een spin-off van Wageningen University & Research die nieuwe Nederlandse voedselproductien en -concepten ontwikkelt en distribueert. Kema: “Met het experiment onderzoeken we of deze teelt perspectieven biedt voor verder onderzoek naar het beheersen van de Panamaziekte. Vanuit de bodem bedreigt deze ziekte de banaan elders in de wereld en vormt daar een grote bedreiging voor de teelt. Dus hebben we de banaan uit de bodem gehaald.”
Schimmels en ziekten - Black Sigatoka, Panama Disease, Race 1 en Tropical Race 4 – zijn stuk voor stuk bananendoders. Gros Michel was heel lang de meest verkochte banaan ter wereld. Maar halverwege de vorige eeuw werd dat ras getroffen door de zogeheten Panamaziekte. De ziekte wordt veroorzaakt door een schimmel die de bananenplanten aantast door vanuit de grond de wortels binnen te dringen. Bijna alle bananenplantages in Midden- en Zuid-Amerika werden vernietigd.
Kema is bezig door middel van veredeling nieuwe bananensoorten te creëren die goed gedijen op een alternatieve ondergrond. Zo worden ze minder kwetsbaar voor de grote schimmels en ziektes die zowel het enige grote bananenras nu – de Cavendish – als kleine lokale rassen bedreigd. Kleine plantages worden zo minder afhankelijk van één soort. “We zijn op weg naar het ontwikkelen van een duurzame bananenteelt met diverse bananen die resistent zijn tegen ziektes en die worden geteeld in een gezonde bodem in een verantwoord sociaal klimaat”, zegt Kema.