Batterijen van de toekomst
Schaarse materialen, giftige stoffen en moeilijk recyclebaar. Batterijen en katalysatoren, we maken er dagelijks gebruik van, maar goed voor het milieu zijn ze niet. Sinds 1995 is een katalysator een verplichting in iedere auto, want deze zet de smerige verbrandingsgassen om in onschadelijke stoffen. Maar vroeger werden veel katalysatoren in de zware industrie met weinig oog voor het milieu ontwikkeld. Belangrijk dus om te werken aan het ontwikkelen van duurzamere katalysatoren, op basis van grondstoffen die minder schaars zijn en processen die minder afval produceren.
Moniek Tromp is hoogleraar Materiaalchemie aan de RUG. Zij wil bijdragen aan technologieën en materialen die toekomstbestendig zijn. Tromp ontwikkelde zelf technieken om materialen te bekijken en te karakteriseren, terwijl ze in gebruik zijn. Bijvoorbeeld via een eigen spectrometer gebaseerd op röntgenstraling.
“De hoop? Een batterij van ijzer. Want ijzer is volop aanwezig, makkelijker te delven en beter te recyclen.”
Daarnaast werkt ze aan de batterijen van de toekomst. Want ook die worden nu vooral nog gemaakt van schaarse grondstoffen en zijn moeilijk te recyclen. Bovendien vragen verschillende toepassingen, om verschillende soorten batterijen. Tromp bestudeert hoe ze werken, waarom ze soms stoppen, energie verliezen of soms zelfs exploderen, in de hoop betere accu’s te kunnen ontwikkelen: “Batterijen moeten langer meegaan, uit duurzamere materialen bestaan en makkelijk te recyclen zijn. We hebben ze overal nodig voor mobiliteit, maar ook voor tijdelijke opslag van energie. Kijk maar naar de druk op het stroomnet.’’ Haar hoop? “Een batterij van ijzer. Want ijzer is volop aanwezig, makkelijker te delven en beter te recyclen. Dat zou ons in de toekomst helpen om beter in staat te zijn grootschalig overtollige zonne-energie op te slaan. Dat brengt een duurzame energietransitie een stap dichterbij.”