Overzicht registratie nevenwerkzaamheden hoogleraren Nederlandse universiteiten

Artikel

Sinds 31 januari 2024 publiceren de Nederlandse universiteiten allemaal een publiek toegankelijk overzicht van de nevenwerkzaamheden van hun hoogleraren. Hiervoor waren de nevenwerkzaamheden enkel te vinden op de persoonlijke pagina’s van de hoogleraren. De veertien registers zijn geüniformeerd en raadpleegbaar onderaan deze pagina.

Contact

Transparantie is een essentiële voorwaarde voor wetenschappelijke integriteit. Het zorgt ervoor dat het voor anderen helder is op welke informatie wetenschappers zich hebben gebaseerd. Daar hoort ook bij dat hoogleraren hun nevenwerkzaamheden openbaar maken op de website van hun universiteit. Dit is vastgelegd in de CAO Nederlandse Universiteiten en in de Nederlandse Gedragscode Wetenschappelijk Integriteit. De afgelopen jaren is gebleken dat de registratie en publicatie van nevenwerkzaamheden bij universiteiten niet altijd volledig op orde was. Daarom hebben de universiteiten maatregelen genomen. 

Sectorregeling nevenwerkzaamheden

Daarnaast is de ‘Sectorregeling nevenwerkzaamheden’ aangescherpt en sinds 1 januari 2024 van kracht.

Veertien registers, één vindplaats

In opdracht van UNL heeft Ernst & Young (EY) in 2023 een haalbaarheidsstudie gedaan naar een centraal registratiesysteem voor nevenwerkzaamheden van hoogleraren. Uit dit onderzoek blijkt dat lokale, geüniformeerde registers per universiteit de best haalbare optie is voor een zo groot mogelijke transparantie. EY heeft onderzocht of het haalbaar zou zijn om een centraal landelijk register op te stellen. EY concludeert dat dit grote uitdagingen op het gebied van privacy met zich mee zou brengen. Omdat er alleen een arbeidsrechtelijke verhouding bestaat tussen universiteit en hoogleraar, zou een aanvullende wettelijke grondslag nodig zijn om registratie buiten de eigen universiteit mogelijk te maken. Dit is bij andere beroepsgroepen het geval. Zo zijn er wettelijke grondslagen voor registers in de zorg, het notariaat en rechterlijke ambtenaren. Naar aanleiding van het adviesrapport van EY hebben de universiteiten, omdat zo'n grondslag ontbreekt, gekozen voor uniformering en verbetering van de registers, in plaats van een nationaal register. 

De veertien registers zijn hieronder te raadplegen. Daar wordt doorgelinkt naar de universiteitswebsites waar de informatie is in te zien, en er meer context gegeven wordt. Op deze manier is het voor iedereen mogelijk om nevenwerkzaamheden van hoogleraren op te zoeken, blijven universiteiten de verwerkers van de gegevens van hun eigen hoogleraren en zijn de administratieve lasten voor hoogleraren zelf beperkt. De gebruikte definities en het datamodel van de registratie zijn gedeponeerd bij EduStandaard, zodat ook zij openbaar toegankelijk zijn: