Code goed bestuur universiteiten

Universiteiten zijn publiek gefinancierde organisaties met een maatschappelijke opdracht. Dat vraagt om een transparante en verantwoordelijke vorm van bestuur, toezicht en medezeggenschap. De universiteiten hebben daarom een eigen code goed bestuur opgesteld.

Contact

De huidige code goed bestuur is sinds 1 januari 2020 van kracht. De commissie die de code opstelde, beoogde met de code bij te dragen aan goed bestuur door het goede gesprek over de governance van universiteiten te stimuleren. Om deze reden is in de code niet alles tot in detail voorgeschreven: dat zou immers niet zorgen voor een goed gesprek, maar van de code meer een afvinklijst maken. De code laat op bepaalde plekken ruimte, en nodigt op die manier bestuurders, toezichthouders en medezeggenschap uit om met elkaar in gesprek te gaan over hoe zij uitvoering willen geven aan de vastgelegde principes van goed bestuur.

Nieuwe thema’s

Ten opzichte van de vorige code, hebben in de actuele code een aantal onderwerpen extra aandacht gekregen. Vernieuwingen ten opzichte van de oude code betreffen onder meer de volgende:

  • Er is gekozen om de reikwijdte van de code uit te breiden. In de oude code werden enkel CvB- en RvT-leden aangesproken op hun verantwoordelijkheden. In de nieuwe code worden ook decanen en faculteitsbesturen, die zowel wettelijk als in de praktijk een grote bestuurlijke verantwoordelijkheid hebben binnen de universiteit, aangesproken.
  • De nieuwe code besteedt expliciet aandacht aan het belang van een open cultuur en een veilige omgeving. Beide zaken zijn van groot belang binnen universiteiten en daarbij ligt er een belangrijke verantwoordelijkheid bij bestuurders en toezichthouders om hieraan bij te dragen.
  • De medezeggenschap heeft in de afgelopen jaren meer bevoegdheden gekregen. Zij krijgt daarom ook ruimer aandacht in de nieuwe code. Een goed functionerende medezeggenschap en een goede relatie tussen het CvB en de medezeggenschap zijn cruciaal voor goed bestuur van universiteiten.
  • Universiteiten werken steeds meer samen met andere organisaties. De goede inrichting van de governance van samenwerkingsverbanden zal de komende jaren enkel aan belang winnen en vormt een belangrijke uitdaging voor veel universiteiten. In de nieuwe code is hier daarom een apart principe aan gewijd.

Evaluatie

Bij de invoering van de code goed bestuur is vastgesteld deze na vier jaar te evalueren. In de zomer van 2024 is daarom de Commissie evaluatie Code goed bestuur universiteiten van start gegaan met het evalueren van de inhoud en het functioneren van de code. Op basis daarvan zal de commissie adviseren over de noodzaak of wenselijkheid om aanpassingen in de code door te voeren. De commissie haalt voor de evaluatie breed input op: via vragenlijsten aan onder meer CvB’s, RvT’s, decanen en medezeggenschapsraden, en via verdiepende groepsgesprekken. Mocht u vragen of suggesties hebben voor de commissie, kunt u de commissie benaderen via codegoedbestuur@unl.nl

De commissie is als volgt samengesteld: 

  • Jaap Winter – voorzitter commissie (voorzitter Raad van Toezicht Erasmus Universiteit Rotterdam)
  • Hein Breukelaar (bestuursjurist VU Amsterdam)
  • Claire Bruls (lid universiteitsraad Universiteit Utrecht)
  • Rens Buchwaldt (lid Raad van Bestuur Wageningen University & Research)
  • Scott Douglas (universitair hoofddocent Universiteit Utrecht)
  • Paulien Herder (decaan faculteit Technische Natuurwetenschappen TU Delft)
  • Frank de Langen (lid ondernemingsraad Open Universiteit) 
  • Annetje Ottow (voorzitter College van Bestuur Universiteit Leiden)

Code Goed Bestuur UNL

VSNU Code Goed Bestuur

Publicatie